Teksten bij de meditatie
Gelofte aan de mensheid
Kalm en evenwichtig:
Laat ons ontwaken tot ons ware zelf,
mensen worden, vol van mededogen.
Onze gaven ten volle ontplooien,
ieder volgens de eigen roeping in het leven.
Ons bewust worden van de doodsstrijd,
persoonlijk en maatschappelijk,
en de bron ervan onderkennen.
De juiste richting ontdekken
waarin de geschiedenis zou moeten voortgaan
en elkaar de hand reiken
zonder onderscheid naar man of vrouw zijn,
zonder onderscheid naar ras, natie of klasse.
Laat ons met mededogen de gelofte afleggen
het diepe verlangen van de mensheid
naar bevrijding van haar ware Zelf
werkelijkheid te doen worden,
en een wereld bouwen
waarin iedereen
waarachtig en in heelheid kan leven.
Hisamatsu Sin’ichi (1889 - 1980)
2. GEBED VOOR ALLE NODEN
Afsluiting van de Surangama-dharani
* Hart van de Geloften
Uit het hart van de Geloften dragen wij de meditatie op aan alle mysterievolle krachten die de dhamma beschermen, en aan “heel de gemeenschap der heiligen”, die waakt over deze plaats en over dit land. *
Opdat allen wier leven duister is en zwaar, bevrijd worden van angst en zinloosheid. *
Dat de dreiging van oorlog, geweld en wederzijds wantrouwen mag ophouden. *
Dat er overal in de wereld blijvende vrede mag komen. *
Dat alle volkeren de weg mogen vinden naar solidariteit, samenwerking en voorspoed. *
Dat wij oog in oog met de grote problemen van onze tijd, onze verantwoordelijkheid mogen kennen. *
Dat de waarde van de natuur door iedereen begrepen en gerespecteerd mag worden. *
Dat heel de mensheid gelijkelijk mag delen in de gaven van moeder aarde. *
Dat elke vorm van geweldpleging tegenover anderen en tegenover onszelf voorgoed mag ophouden. *
Dat de wonden van alle beschadigde kinderen geheeld mogen worden. *
Dat wij de eerbied voor het kind op alle gebied mogen hervinden. *
Dat wij mogen opstaan voor de zwakkeren en de misdeelden, waar dan ook. *
Dat degenen die zich niet in onze samenleving thuisvoelen, begrip mogen vinden. *
Dat zij die door iedereen verlaten zijn, thuis mogen komen bij een hart dat luistert. *
Dat allen die het leven niet meer aankonden, opgevangen worden door het Grote Mededogen. *
Dat ons hart open blijft voor hen die ons liefhebben en ook voor hen die ons haten. *
Dat wij de kracht mogen vinden om hen met wie wij niet in vrede kunnen leven de hand te reiken. *
Dat wij in alle wederwaardigheden van het leven kalmte en vertrouwen mogen bewaren. *
Dat de krachten van geloof, wijsheid en mededogen in ons blijven groeien. *
Dat allen mogen volharden op hun zoektocht en in hun discipline. *
Dat de laatste regel van de Hartsutra: “Gegaan, gegaan, voorbijgegaan en zelfs voorbijgegaan aan het voorbijgaan”, voor iedereen werkelijkheid mag worden. *
Wij bidden hiervoor tot de Boeddha’s en de Bodhisattva’s in alle tijden en in alle ruimten. *
Wij bidden hiervoor tot de Wijsheid voorbij alle Wijsheid. *
Metta soetra (Sutta Nipata 1.8)
Wie vrede wil bereiken, oefent om oprecht en bescheiden te zijn.
Hij zal leren liefdevol te spreken,
in eenvoud en geluk te leven, met een rustig gemoed,
zonder begerig te zijn,
zonder zich te laten meeslepen door de emoties van de meeste mensen.
Laat hij niets doen dat de wijzen zouden afkeuren.
(En dit is waarop hij mediteert:)
Moge iedereen gelukkig en veilig zijn,
en mogen alle harten vervuld zijn van vreugde.
Mogen alle wezens leven in veiligheid en vrede
– wezens die zwak zijn of sterk,
lang of kort, groot of klein,
zichtbaar of onzichtbaar,
dichtbij of ver weg,
al geboren of nog niet geboren.
Mogen zij allen in volmaakte rust verblijven.
Laat niemand een ander schade berokkenen.
Laat niemand het leven van een ander in gevaar brengen.
Laat niemand, uit boosheid of kwade wil, iemand enig kwaad toewensen.
Zoals een moeder haar enige kind liefheeft en met gevaar voor eigen leven beschermt, zo kunnen wij grenzeloze liefde ontwikkelen en deze schenken aan alle levende wezens in de hele kosmos.
Wij kunnen onze grenzeloze liefde het hele universum laten doordringen
– van onder tot boven
en van de ene naar de andere kant.
Onze liefde zal geen obstakels kennen.
Ons hart zal volkomen vrij zijn van haat en vijandigheid.
Of we nu staan of lopen, zitten of liggen, altijd als we wakker zijn,
kunnen we deze aandachtige liefde in ons eigen hart koesteren.
Dit is de edelste manier van leven.
Vrij van onjuiste zienswijzen, begeerte en zinnelijke verlangens,
levend in schoonheid
en Volmaakt Inzicht realiserend,
zullen de beoefenaars van grenzeloze liefde
geboorte en dood zeker overstijgen.”
GELOFTE VAN DE BODHISATTVA
Hoe talloos de levende wezens ook zijn,
ik beloof ze allen te bevrijden.
Hoe onpeilbaar de oorzaak van lijden ook is,
ik beloof die geheel te verwijderen.
Hoe talloos de poortloze poorten ook zijn,
ik beloof ze binnen te gaan.
Hoe oneindig het pad van ontwaken ook is,
ik ga daarvan de belichaming aan.
Over zen
Er is een werkelijkheid die hemel en aarde voorafgaat.
Zij heeft geen vorm, laat staan een naam.
Ogen kunnen haar niet zien.
Geluidloos is ze, niet voor oren waarneembaar.
Haar Geest of Boeddha noemen gaat in tegen haar natuur,
als het schijnbeeld van een bloem ware ze dan.
Ze is geen Geest, ze is geen Boeddha;
in volkomen rust licht zij op,
op mysterieuze wijze.
Alleen met een helder oog kun je haar waarnemen.
Dharma is zij en werkelijk voorbij vorm en klank.
Tao is zij, en woorden hebben niets met haar te doen.
Met de bedoeling blinden aan te trekken,
liet de Boeddha speelse woorden aan zijn mond ontsnappen;
sedertdien zijn hemel en aarde overwoekerd met doornstruiken.
O, mijn lieve en eerbare vrienden, die hier samengekomen zijn, ik zeg jullie: wanneer jullie er zo naar snakken de donderende stem van de Dharma te horen,
leg dan jullie woorden het zwijgen op,
maak jullie gedachten leeg, dan pas komen jullie zo ver, het Ene Zijn te erkennen.
de boeddhaweg bestuderen
De boeddhaweg bestuderen is jezelf bestuderen.
Jezelf bestuderen is jezelf vergeten.
Jezelf vergeten is verlicht worden door de tienduizend dingen.
Verlicht worden door de tienduizend dingen is
lichaam-en-geest van jezelf en de anderen laten wegvallen.
Alle sporen van ontwaken verdwijnen,
en deze spoorloosheid kent geen einde
zodra je de dharma begint te zoeken, ga je ervan weg.
maar zodra de dharma je op de juiste manier wordt overgedragen,
ben je ogenblikkelijk een met je oorspronkelijke zelf.
Wie in een boot vaart en naar de oever kijkt, kan wellicht aannemen dat het de oever is die beweegt.
Maar als je je blik rechtstreeks op de boot richt, dan kun je zien dat de boot voortbeweegt.
Zo zou je, als je met een verward idee van lichaam en geest de ontelbare dingen onderzoekt, ook kunnen veronderstellen dat jouw geest en jouw aard blijvend zijn.
Maar als je met volledige betrokkenheid oefent en terugkeert tot waar jij bent, dan zal het duidelijk zijn
dat er niets bestaat dat een onveranderlijk zelf bezit.
Dōgen (1200-1253) Shōbō-genzō. (De Genjokoan 4 - 6)
Toewijding van de Sesshin
Uitgesproken aan het einde van elke sesshin door de begeleider
In de zuiverheid en de helderheid van de oorspronkelijke werkelijkheid,
in de volheid en de voltooiing van de uiteindelijke werkelijkheid,
in de oneindige veelvuldigheid van de werkelijkheid die zich uitdrukt in vormen,
dragen wij de meditatie en het zingen van de soetra's op
aan al de talloze onbekenden, die al vanaf prehistorische tijden het licht hebben doorgegeven,
aan alle grote leraressen en leraren,
aan allen die de grondslag leggen voor de weg,
in verleden, toekomst en heden.
En voor de verlossing van zelfs het kleinste grasje en plantje,
voor de verlossing van alle ontelbare wezens in heel het universum.
En in diepe dankbaarheid
jegens iedereen die een gids is op dit oeroude pad,
jegens allen die ontwaakt zijn, in alle tijden en alle ruimten,
jegens allen die leven vanuit het Grote Mededogen
en jegens allen die groot van hart zijn.
Diepste Wijsheid voorbij alle wijsheid.