Het is goed af en toe de dingen eens op een rijtje te zetten om erachter te komen waar het in zen om draait. Wat wordt er nu precies van ons verwacht als we het pad van zen opgaan?

Volgens Meester Dogen zou de Boeddha ooit eens de acht voorwaarden tot verlichting geformuleerd hebben. Zo opgelijst ziet het eruit als een streng programma, dat nauwelijks haalbaar is voor de gewone sterveling die we zijn. Maar goed, tenslotte wordt hier slechts het onmogelijke gevraagd, en dat moet lukken!

 

Voorwaarde één: Slechts weinig verlangen.

Daar begint het al.  Ik hou niet op te verlangen, ik verlang van ’s morgens tot ’s avonds: naar warmte, liefde, genot, succes, erkenning, welvaart, welzijn, geluk, vrienden. Is daar dan iets mis mee? Zeker niet, als we maar in gedachte houden dat wat we verlangen “weinig” blijft. Non multa, sed multum, leerden de jezuïeten ons.  Niet vele, verscheiden dingen tegelijk wensen, altijd meer, maar in het weinige de veelheid aan kwaliteit zoeken.

 

Maar dat is toch niet veel meer dan een les van gezond verstand, boerenwijsheid in de trant van “wie te veel verlangt, krijgt niets”? Misschien dat de mysticus Eckhart ons kan helpen begrijpen wat er echt bedoeld wordt met die eerste voorwaarde. In zijn preek over de Bergrede 1 spreekt Eckhart nog straffere taal dan de Boeddha zelf.  Hij heeft het niet over weinig willen, maar over “niets willen”. niets willen betekent leeg zijn, ook van je eigen wil. niets willen, dat is zo leeg zijn als je was toen je nog niet was. 2  Die laatste woorden doen een zenbelletje klinken, omdat ze  - onbedoeld - verwijzen naar de zenvraag “Wat was je oorspronkelijk gezicht voor de geboorte van je ouders?”  Dat oorspronkelijk gezicht komt nu dus heel sterk in de buurt van de leegte waarover Eckhart spreekt.  Je oorspronkelijk gezicht heeft te maken met leeg zijn, open zijn. Dat impliceert dat je zelfs niet meer zou willen willen. Dat je zelfs niet meer zou willen de wil van God te doen. Ook dat is de gelofte van armoede.

Wie voelt zich geroepen?

 

Voorwaarde twee: Tevreden zijn met wat je hebt.

Dat kennen we al: Gib dich zufrieden und sei stille, zong Bach 3 ons al  voor. Stil zijn en tevreden. Het is al heel wat.  Maar Eckhart heeft het weer over armoede. Je moet je zelf ontledigen, helemaal leeg maken: van alle dingen, van alle handelingen, van  je eigen wil én van de wil van God. Alleen daar, in die leegte, kan de Verlichting lichten. Het gaat dus niet zomaar over tevreden zijn met weinig, het gaat om de totale ontlediging

Wie voelt zich geroepen?

 

Voorwaarde drie: De Diepste Wijsheid beoefenen.

Dit klinkt ons vertrouwd in de oren. Hoe vaak hebben we die woorden al niet gezongen in de soetra’s: diepste Wijsheid voorbij alle wijsheid. De wijsheid van de Boeddha valt niet te vatten in de wijsheidscategorieën die wij gewoon zijn te hanteren. Die Wijsheid gaat verder dan elk  menselijk begrijpen. Ieder woord dat we uitspreken om er iets over te zeggen verlaat verbrokkeld onze mond.

Zullen we het dan nog maar eens aan Eckhart vragen? Die zegt het volgende:

 

(…) dat de mens die zich deze armoede eigen wil maken zo moet leven dat hij niet weet dat hij leeft op welke manier ook, noch voor zichzelf, noch voor de waarheid, noch voor God.  Sterker nog: hij moet zo leeg zijn van elke vorm van weten dat hij niet weet, noch onderkent, of bevindt dat God in hem leeft. (…) Dus zeggen wij dat de mens even leeg moet zijn van eigen weten, als hij deed toen hij er nog niet was, en late God Zijn werk doen, wat Hij maar wil, en houde de mens zich leeg.

Op het eerste gezicht lijkt dit een aanbeveling voor dommigheid.  Ons hebben ze altijd geleerd: Mens, durf te leven! En wéét dat je leeft!  Met de nodige uitroeptekens. Nu krijgen we plots te horen dat echt leven betekent dat je niet weet dat je leeft. De sleutel ligt weer in de ontlediging: even leeg, niet-wetend worden als je was toen je er nog niet was. In die onwetendheid kan de Verlichting lichten. Eckhart formuleert het op een christelijke manier als een wens: en late [in die leegte van onwetendheid] God Zijn werk doen, wat Hij maar wil. 

Uw wil geschiede, staat er in het Onze Vader.

Zo leven dat je niet weet dat je leeft

Wie voelt zich geroepen?

________________________________________

1 Beati pauperes spiritu. 

In: Eckhart. (z.j.). Preken en traktaten. Groningen: Historische Uitgeverij. (p. 8)

2 Want wil de mens waarlijk arm zijn, dan moet hij zo leeg van geschapen wil zijn als hij was toen hij er nog niet was. (…) want diegene is arm die niets wil en niets begeert.

O.c.: p. 10.

3 Bach, J.S. Gesänge aus Schemellis “Musikalischem Gesang-Buch”.  BWV 460

Zie zenthema 31.