Ik lig op Intensive Care.  De details doen er niet toe, maar twee dagen na mijn operatie staan er plots vijf dokters en chirurgen rond mijn oncomfortabele bed.  Recht uit de snijkamer. Dat er toch iets niet helemaal naar wens was verlopen, waardoor er tijdens de ingreep een dissectie was opgetreden in ‘de binnenband’ van mijn aorta.  En dat ze de zaak goed zouden opvolgen.  Hebt u nog vragen, meneer Ooms? Goedemiddag.

 

Al was ik dan nog niet helemaal bij de pinken, het was me wel duidelijk dat als je aorta scheurt, je dat niet meer kunt navertellen.

 

Wat heb je in zo een situatie aan al  je ge-zen?  Niets, zo bleek de eerste uren.  Ik was onrustig, angstig, wantrouwig, lette op ieder woord dat in mijn buurt gezegd werd, of het nu over mij of over andere patiënten ging. Ze zeiden me dat ik me moest ontspannen. Zouden ze daarmee zoiets als kalm en evenwichtig bedoeld hebben?  Ik dacht het niet.

 

Plots was zen geen fascinerende hobby of interessante en zinvolle spirituele bezigheid meer.  Het was een keiharde werkelijkheid geworden waar ik niets mee kon.  Alle boeken, alle theorietjes over het boeddhisme konden me gestolen worden, want ze bevatten nergens de sleutel die mijn leven, dat nu - zo leek het wel - onverbiddelijk op slot was gegaan, weer kon openen.  Ik was gewoon bang, ook al nam ik mij moedig voor dat ik de rest van mijn leven niet zou laten bepalen door het slechte nieuws dat ik te horen had gekregen. 

 

Angst is een natuurlijke reactie op het naderen van inzicht, zegt Pema Chödrön. (1) Mooi zo, maar welk postoperatief inzicht zou mij nu te beurt vallen? Dat ik alles maar zou gauw mogelijk moest loslaten?  Dat het tenslotte de wil van God was?   Dat het allemaal wel goed kwam? Wie met zulke pleisters op houten benen kwam aandragen was - zacht uitgedrukt - niet welkom. 

 

Later heb ik toch nog enig inzicht gekregen. Dat het niet geheel onmogelijk is dat je slagader of aorta scheurt en dat je ter plekke doodvalt drukt je wonderlijk genoeg met je neus op die fraaie zentheorie dat het ego niet bestaat. Gewoonlijk wordt daarbij fijntjes uitgelegd dat het in feite wel bestaat, maar dat het niet permanent is, dat het voortdurend verandert.  De moraal van het verhaal is dat je je er daarom niet mag aan vastklampen. Vooruit dan maar: dapper oefenen om iedere keer dat je egowilletje de kop opsteekt het kordaat wandelen te sturen. Alweer een doel erbij: je ego doden. 

 

Wat ik de voorbije maanden geleerd heb is dat dit geen dorre theorie is, en nog minder een doel, maar dat het je gewoon allemaal overkomt.  Het gebeurt je gewoon: je ikje valt uit elkaar als al je plannen, al je verzet tot mislukken gedoemd (b)lijken te zijn. Je ego blijkt uit elkaar te spatten, op het eigenste moment dat je gaat inzien dat je geen plek meer hebt om te gaan staan, dat wil zeggen als je alles geprobeerd hebt en niets helpt (2). Dan begin je te beseffen dat er geen sprake is van een god die iets wil, maar dat gods wil een andere manier is om te zeggen dat de dingen gebeuren zoals ze nu eenmaal gebeuren.  Tegenspartelen helpt niet, loslaten wel - met mondjesmaat of alles tegelijk.  Loslaten is ook niet iets dat je op bevel kunt afroepen, maar net zo goed iets dat zich aan je voltrekt.  Als je dat merkt, overvalt je een diepe vrede.

 

Betekent niet tegenspartelen dat je je maar fatalistisch moet neerleggen bij je lot?  Zeker niet. (Overigens, ons lot hebben we grotendeels in eigen handen en ons noodlot komt niet van de goden, maar uit onszelf, zonder dat we daaraan het begrip 'eigen schuld' hoeven te verbinden)  

We mogen, we moeten alles doen wat in ons vermogen ligt om onze pijn te verzachten en ons ziek zijn te genezen.  Maar als we al het mogelijke, en zelfs het onmogelijke, gedaan hebben en niets helpt, dan hebben we nog slechts...de leegte om ons in volle vertrouwen aan over te geven.  De leegte van al onze losgelaten verlangens en hoop.  De leegte die alles weer mogelijk maakt. Dat is intensive care, van vertrouwen.

__________________

(1) Pema Chödrön (2008).  Als je leven instort. Utrecht: Ten Have.

(2) De uitdrukking is van Hisamatsu.