Het duistere licht
Doelzoekers, overal hoor je mensen zeggen dat er een weg te gaan is, een leer om te leren. Zeg eens, welke leer wil je leren, welke weg wil je gaan? Je zoekt een doel voor je zoektocht. Wat ontbreekt je op dit moment? Wat moet er zo nodig opgelapt worden?
De jonge, onrijpe monnik die dit niet horen wil, jaagt liever spoken na. Het is nog besmettelijk ook. Hoor ze toch eens babbelen: "Slechts door principe en praktijk te integreren en voortdurend beducht te zijn voor de drie karma's, kan de boeddhanatuur worden gerealiseerd." Dat geloof je toch niet? Wat een kapsones.
Een van onze illustere voorgangers heeft gezegd:
"Kom je iemand tegen die de Weg kent,
Spreek geen moment over de Weg."
Belangrijker nog:
"Probeert iemand de Weg te gaan, dan is hij zeker versperd
En tienduizend gidsen kunnen hem niet gidsen.
Maar als het zwaard der wijsheid flitst, is de weg vrij
En kan het duistere licht ongehinderd stralen."
Doelzoeker, je zoekt een doel voor je zoektocht. Je zoekt de bril op je neus. Jij die hier naar mijn kletspraat staat te luisteren, bent reeds het licht dat alles doorziet. Het ontbreekt je aan niets. Geloof niets en je zult in niets verschillen van de patriarch. Geloof iets en wezen en verschijningsvorm zullen uiteen splijten als hemel en aarde. Geloof je dat?
Het is allemaal zo simpel. "De gewone geest is de Weg". Jouw geest is geen andere dan de weetnietgeest. Waarin zou de ene weetnietgeest moeten verschillen van de andere? Nou? Ik zou het ook niet weten. Voor jullie staat de levende aartsvader. Voor mij staan de levende aartsvaders. 1
Soms ben je te soft, dan weer word je weggezet als een taaie. Het is ook nooit goed. Is zen iets voor geitewollensokkendragers? “Hoe gaat het met je zweeflessen?” hoor ik wel eens van drie jonge vrouwen, moeder en dochters. “Goed, we komen al 12,23 cm van de grond, en the sky is the limit.” Zen, is dat iets voor wereldvreemde quiëtisten? Een goedbedoeld verwijt aan het adres van de Maha Karuna, getuige sommige uitlatingen van Jules Prast op Boeddhistisch Dagblad. Dat Ton Lathouwers is opgeschoven van de “mannelijke” Linji naar de vrouwelijke Kwan Yin, fluistert men in wandelgangen. So what? Een mens evolueert, wat is daar mis mee? Bovendien laat Lathouwers nooit na te verwijzen naar de Avatamsakasoetra:
Zonder dit “grote hart” van liefde en mededogen is de meditatie, hoe verheven die in andere opzichten ook mag zijn, van geen enkele waarde.2 Quiëtisme, wereldvreemdheid?
En wie zich aansluit bij de Peacemakerbeweging deugt ook maar half: te veel zie-mij-eens-een-goed-mens-zijn. Tja, wat nu? Terug naar het basiskamp! Allemaal op je kussen! En zwijgen. Wij gaan nu weer de stilte in. Zitten, zwijgen, en blijven ademen.
En als we alles weer min of meer op een rijtje hebben, even luisteren naar Rinzai († 866). Eigenlijk moet je Linji zeggen, in het Chinees. Wie is toch die man? Het moet een geweldige kerel geweest zijn, een iconoclast. Alle beelden tegen de grond, weg ermee. Weg met alle plaatjes en voorstellingen. Breek ze uit, haal ze neer en vergruizel ze. En daarna idem dito met je ego. Linji schudt ons door elkaar, dient rake klappen uit, breekt uit, barst uit in paradoxen. Bij hem moet je niet om zweeflessen komen. Voeten op de grond, no nonsense: leven moet je doen, commentaren lezen of schrijven kun je later nog.
Echt vriendelijk is hij niet; geen pr-praatjes. Wat kom jij hier in godsnaam zoeken? Wat is er mis met je? Ben je niet goed zoals je bent? Aan welke maatstaf dacht je dan te moeten beantwoorden? Wie heeft je wijsgemaakt dat er (hier bij mij) iets te zoeken valt? Wat dan: rust, ontspanning, gezondheid? En hoe dacht je die dan te bereiken? Welke charlatan leert je de Weg?
Beduusd probeer je nog indruk te maken met de volgende oneliner:
- Slechts door principe en praktijk te integreren en voortdurend beducht te zijn voor de drie karma's, kan de boeddhanatuur worden gerealiseerd.
Waar staat dat? In de catechismus? Begrijp je het? Stel je toch niet aan met je uit het hoofd geleerde exegese. Allemaal kapsones, gebakken lucht. In de prullenmand. Zoek toch niet naar de bril op je neus. Alles is voorhanden, in alles is voorzien. Laat je niets wijsmaken, door niemand; en zeker niet door mij. Voorwaar, ik zeg je:
Geloof niets en je zult in niets verschillen van de patriarch.
Wie niets voor zeker aanneemt, is even wijs als de Boeddha zelve. Zeg dat ik het gezegd heb.
- Ha, leuk, dat haal ik wel.
Voorwaar, ik zeg je:
Geloof iets en wezen en verschijningsvorm zullen uiteen splijten als hemel en aarde.
Wie iets voor zeker aanneemt, maakt voortdurend werk van versplinterend onderscheid. Dualisme splijt en doodt. Zeg dat ik het gezegd heb.
- Oké, ik zal erom denken: alles is één. Leuk, dat haal ik wel.
Nu vraag ik je:
Geloof je dat?
Geloof jij nu echt wat ik je net gezegd heb, al die flauwekul? Neem jij voetstoots aan dat je niet mag geloven? Wat ga je dan doen? Heb je daarop een antwoord ? Geen papieren antwoord, maar een dat je leven kan richten?
Ach, ik weet het ook allemaal niet. Eén ding wel: Jij, ik, wij allemaal, we zijn allemaal weetnietgeest. Ik ben jouw patriarch, jij de mijne. Mijn boeddhageest is jouw boeddhageest. Wij spiegelen elkaars niet-weten.
- Leuk. Hoewel.
_______________
1 https://sites.google.com/site/weteloosheid/startpagina/Dwaalgids/sitemap-zen/linji
2
http://www.mahakarunachan.be/wp-content/uploads/2010/12/04-Avatamsaka-sutra.pdf